Alles over de ‘binnenkant’ van haarwerken

Haarwerken en toppers verschillen niet alleen is soort haar, maar ook in materiaal waarmee ze gemaakt zijne en watvoor ‘cap’ ze hebben. In dit artikel deel ik de meest voorkomende materialen en termen, zodat je een beetje weet wat alles betekent en wat de voor- en nadelen zijn van elk.

Monofilament (ook wel microlace genoemd), is een dunne zeer fijnmazige enigszins transparante textielsoort voor een heel realistisch uiterlijk. Als je een scheiding maakt, lijkt het precies op je eigen hoofdhuid. Het is erg geschikt voor het bovenste gedeelte van een haarwerk of topper. Sommige fabrikanten leveren ook haarwerken die volledig uit monofilament bestaan. Voor kale schedels is een dubbele laag monofilament soms beter, zodat de extra laag de hoofdhuid beschermt tegen irritatie/jeuk die veroorzaakt kan worden door de knoopjes waarmee de haren in het materiaal zijn bevestigd.

French top is een naam die gebruikt wordt om een dunne ventilerende textielsoort aan te duiden waar haren in lijken te zijn geïnjecteerd; de bevestiging van de haren zit aan de onderkant van het textiel, waar een ventilerende voering tegenaan genaaid is om gekriebel te voorkomen. Het geeft een realistisch aanzien.

Lace is fijnmazige tule, verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten en kleuren. De fijnste en meest kwetsbare kwaliteit (meestal Swiss lace genoemd) wordt gebruikt voor de frontale haarlijn van lace front- of front lace haarwerken. Grovere en sterkere kwaliteiten (meestal French lace genoemd) worden gebruikt voor de rest van de kap. In het front worden meestal halve knoopjes gemaakt, omdat die bijna onzichtbaar zijn. In de rest van het haarwerk enkelvoudige of dubbele knoopjes. Bij donker haar zullen de knoopjes gebleekt moeten worden. Dat kan echter in beperkte mate, omdat de knoopjes door te veel bleken breekbaar worden. Alle soorten lace ventileren prima en zien er over het algemeen natuurlijk en mooi uit.

Skin is een dunne soort plastic die geschikt is om haren in te injecteren. Dit materiaal is erg geschikt om te lijmen. Het ventileert niet zo goed en daarom wordt het vaak gecombineerd met lace of monofilament. Een vastgelijmd haarwerk met een plastic basis is ideaal om mee te zwemmen.

Dus, wat kan je wanneer kiezen?

Standaard: is een open constructie, ook wel capless genoemd, die erg goed ventileert. Ze zijn samengesteld uit rijen wefts (trenzen) van mensenhaar of synthetisch haar, vastgenaaid op enigszins elastische banden. Het topgedeelte van een open constructie kan een inzet van lace of monofilament hebben gekregen. In het nekgedeelte zitten meestal verstelbare bandjes waarmee de pruik op de hoofdmaat kan worden aangepast. Als je bij een open constructie je hoofd voorover buigt, of het haar wordt omhoog geblazen door de wind, kan de constructie zichtbaar worden en ook als het nat wordt, bijvoorbeeld bij zwemmen.

Gesloten cap: constructie waarbij de hele kap is gemaakt van ventilerend elastisch panty-achtig materiaal waar de haren ingeknoopt zijn of waar wefts (trenzen) opgenaaid zijn, of van een transparante dunne laag nauwelijks ventilerend plastic waar haren in zijn geïnjecteerd; deze laatste zijn meestal bedoeld om mee te zwemmen en te duiken.

Lace Front: is een strook heel fijnmazige tule waar haren individueel in geknoopt zijn, meestal met halve knoopjes, alleen aan de voorzijde van het haarwerk, meestal van oor tot oor. Dit materiaal is vrijwel onzichtbaar als het op de hoofdhuid ligt of is getaped of is gelijmd, waardoor het haar achterover gedragen kan worden. Het lijkt dan alsof de haren uit de eigen hoofdhuid groeien en er is geen rand van een haarwerk te zien. De bedoeling is om de lace rand zelf tot de gewenste breedte af te knippen, bijvoorbeeld tot 1 cm vanaf de haarlijn. Een spannend klusje, niet te veel te snel afknippen is mijn tip.

Full lace: hierbij bestaat het gehele haarwerk uit fijnmazige tule, met vaak van oor tot oor (over de kruin) een stuk elastisch panty-achtig materiaal. Langs de rand knip je de lace zelf terug tot de gewenste breedte, maar pas als je zeker weet dat de hele haarlijn naar wens gemaakt is en er geen haren hoeven te worden bij geknoopt. Als de lace-rand getande of vastgeplakt zit op de huid, kan het haar opgestoken gedragen worden en zelfs in een strakke hoge paardenstaart, omdat de randen er zeer natuurlijk uitzien. In de USA wordt dit type haarwerken erg veel gedragen en er zijn veel filmpjes op YouTube te vinden over de manier van bevestigen, verwijderen, repareren, etc.

Fall of 3/4 Cap Wig is ontworpen voor diegenen die langs de voorste haarlijn en bij de oren nog voldoende eigen haar hebben. De meeste hebben open constructies. Ze worden vaak bevestigd met een halfronde kam midvoor en een kam midachter in het nekgedeelte. Sommige zijn bevestigd aan een haarband, waardoor een eventueel kleurverschil met het eigen haar minder opvalt.

Integration cap heeft grote uitsparingen waar het eigen haar doorheen getrokken kan worden om een mooier geheel te vormen met de haarwerkharen, wat echter eigenlijk alleen kan bij kort haar, omdat het bijzonder lastig is om zelf lange haren door de uitsparingen heen te trekken. Bij een dergelijke constructie moeten de haarwerkharen bijna dezelfde kleur en structuur hebben als de eigen haren.

Bron: De Alopecia Vereniging.

Bespreek altijd met je haarwerker welke vorm en welk materiaal het best past bij jouw specifieke situatie, wensen en budget. Ze kunnen goed met je meedenken en wat je kiest zo stylen, knippen en innemen dat het zo goed mogelijk past en eruit ziet. You got this lady.

Meer weten? Lees dan dit artikel over het verschil tussen haarwerken en toppers.